Spaans : Nederlands la pelea = de vechtpartij mortal = dodelijk anónimo = anoniem el cadáver = het lijk el arma blanca = het steekwapen la navaja = het zakmes unir = verbinden el reportero = de verslaggever la reportero = de verslaggeefster el difunto = de overledene herir = verwonden en presencia de = in de aanwezigheid van pisar = lopen op el astronauta = de astronaut la astronauta = de astronaute la previsión = de verwachting la visibilidad = de zichtbaarheid perezoso = lui el reflejo = de weerspiegeling la cápsula = de capsule aliviar = verlichten intoxicarse = vergiftigd worden componerse de = bestaan uit el fuego = het vuur dañar = beschadigen ¡qué lío! = wat een gedoe!