abfahren	die Ampel	der Anschluss
die Anschlüsse	der Aufzug	der Bahnsteig
der Bus	die Busse	die Durchsage
einsteigen	die Fahrkarte	die Fahrkarten
der Fahrplan	der Flug	der Flughafen
das Flugzeug	die Fundsachen	gefährlich
das Gepäck	geradeaus	das Gleis
jemand	kaufen	mindestens
nirgends	pünktlich	recht haben

de aansluiting	het verkeerslicht	vertrekken
het perron	de lift	de aansluitingen
de omroep	de bussen	de bus
de kaartjes	het kaartje	instappen
het vliegveld	de vlucht	de dienstregeling
gevaarlijk	de gevonden voorwerpen	het vliegtuig
het spoor	rechtdoor	de bagage
minstens	kopen	iemand
gelijk hebben	op tijd	nergens

der Schalter	umsteigen	die Verspätung
der Norden	der Süden	der Westen
der Osten	der Baum	die Bäume
die Erfahrung	gefallen	Es gefällt mir.
die Gegend	der Hund	die Hunde
der Hügel	die Katze	die Katzen
ländlich	leicht	notwendig
das Pferd	die Pferde	pflegen
das Praktikum	ein Praktikum machen	putzen

de vertraging	overstappen	het loket
het westen	het zuiden	het noorden
de bomen	de boom	het oosten
Het bevalt me.	bevallen	de ervaring
de honden	de hond	de streek
de katten	de kat	de heuvel
noodzakelijk	eenvoudig	landelijk
verzorgen	de paarden	het paard
schoonmaken	stage lopen	de stage

die Reitschule	der Sattel	schwierig
selbständig	der Stall	die Stadt
städtisch	das Tier	die Tiere
die Umgebung	das Viertel	der Wald

moeilijk	het zadel	de manege
de stad	de stal	zelfstandig
de dieren	het dier	stedelijk
het bos	de wijk	de omgeving