Duits : Nederlands auffüllen = aanvullen das Doppelzimmer = de tweepersoonskamer das Einzelzimmer = de eenpersoonskamer das Fremdenverkehrsamt = het VVV-kantoor gehen nicht = werken niet der Hausmeister = de conciërge die Kaffeemaschine = het koffiezetapparaat überprüfen = controleren