im Essen stochern	ordentlich	der Kartoffelsalat
die Portion	das Sauerkraut	das Apfelmus
das Hähnchen	die Hähnchen	die Frikadelle
die Frikadellen	der Schweinebraten	die Hülsenfrucht
die Hülsenfrüchte	die Bohne	die Bohnen
die Linse	die Linsen	die Erbse
die Erbsen	sich auskennen	die Spülmaschine
ausnahmsweise	brechen	der Eimer
sich ernähren	der Krebs	das Blut

de aardappelsalade	netjes	maar wat in je eten zitten roeren
de appelmoes	de zuurkool	de portie
de bal gehakt	de kippen	de kip
de peulvrucht	het gebraden varkensvlees	de ballen gehakt
de bonen	de boon	de peulvruchten
de doperwt	de linzen	de linze
de afwasmachine	goed op de hoogte zijn	de doperwten
de emmer	overgeven	bij wijze van uitzondering
het bloed	de kanker	zich voeden

sauber	die Zubereitung	erhitzen
der Tomatensaft	die Himbeere	die Himbeeren
geschmeidig	senken	das Gewürz
die Soße	der Honig	die Urgroßeltern
der Zucker	die Bohnenstange	schwabbelig
ausstehen	die Diät	die Hälfte
statt	der Versuch	köstlich
der Staubzucker	gemahlen	die Mandel
die Mandeln	ausstechen	zusammenkleben

verhitten	de bereiding	schoon
de frambozen	de framboos	het tomatensap
de specerij / de specerijen	laten zakken	soepel
de overgrootouders	de honing	de saus
vet en drillerig	de bonenstaak	de suiker
de helft	het dieet	uitstaan
heerlijk	de poging	in plaats van
de amandel	gemalen	de poedersuiker
aan elkaar plakken	uitsteken	de amandelen

der Bananenmilchshake	das Geheimrezept	zunehmen
die Körperbewegung	die Lieblingsspeise	zu Fuß
kalorienreich	der Oberschenkel	die Oberschenkel
gepolstert	zubereiten	der Warteraum
der Termin	der Husten	heiser
die Illustrierte	magersüchtig sein	die Schwangerschaft
durchlesen	der Appetit	weißlich
die belegte Zunge	hindeuten	die Erkrankung
sich hinlegen	flach	der Rücken

aankomen	de geheimtip	de bananenmilkshake
te voet	het lievelingsgerecht	de lichaamsbeweging
de bovendijen	de bovendij	calorierijk
de wachtkamer	klaarmaken	aan de dikke kant
schor	de hoest	de afspraak
de zwangerschap	anorexia hebben	het tijdschrift
witachtig	de eetlust	doorlezen
de ziekte	wijzen op	de beslagen tong
de rug	vlak	gaan liggen

recht	ruckartig	die Blinddarmentzündung
geschwollen	die Backe	der Weisheitszahn
der Backenzahn	die Plombe	herausfallen
die Betäubung	der Schneidezahn	plombieren
die Zahnspange	für jemanden den Daumen drücken	die Erkältung
die Tablette	die Tabletten	sich verletzen
einnehmen	die Medizin	schlucken
sich bedanken	häufig	gerötet
der Heuschnupfen	der Staub	winzig

de blindedarmontsteking	met een ruk / plotseling / met een ruk, plotseling	rechter
de verstandskies	de wang	opgezwollen
eruit vallen	de vulling	de kies
vullen	de snijtand	de verdoving
de verkoudheid	voor iemand duimen	de beugel
zich verwonden	de tabletten	de tablet
slikken	het medicijn	innemen / slikken / innemen, slikken
rood	vaak	bedanken voor / danken voor
minuscuul	de stof	de hooikoorts

kuschelig	das Plüschtier	der Modeschmuck
die Seife / die Seifen	die Friseurin	das Haarfärbemittel
die Haarfärbemittel	der Arbeitsplatz	die Nuss
die Nüsse	die Übelkeit	das Erbrechen
der Hautausschlag	die Erdnuss	die Erdnüsse
der Schweiß	bedrohen	die Entscheidung
im Nachhinein	schmerzlich	der Schock
rechnen mit	die Mühe	die Ewigkeit
enger	nervig	sich lohnen

de modieuze sieraden	het knuffelbeest	zacht
het haarkleurmiddel	de kapster	de zeep
de noot	de werkplek	de haarkleurmiddelen
het overgeven	de misselijkheid	de noten
de pinda's	de pinda	de huiduitslag
de beslissing	bedreigen	het zweet
de shock	pijnlijk	achteraf
de eeuwigheid	de moeite	rekening houden met
de moeite waard zijn	taai	strakker