die Aufgabenstellung	Wähle die richtige Antwort.	Kreuze die falsche Übersetzung an.
Welches Wort hat dieselbe Bedeutung?	Lies und höre das Gespräch.	Verbinde die Wörter.
Ergänze die Tabelle.	Bringe die Sätze in eine Reihenfolge.	Übersetze den Satz.
die Reihenfolge	die Bedeutung	das Wort / die Wörter
die erste Spalte	die Übersetzung	das Gespräch
der Satz / die Sätze	die Antwort	die Tabelle
die Frage	ankreuzen	ergänzen
verbinden	wählen	übersetzen
hören	passen	richtig
falsch	Lange nicht gesehen.	die Wohnung
der Urlaub	die Schule	die Arbeit

Vink de foute vertaling aan.	Kies het juiste antwoord.	de opdracht
Verbind de woorden.	Lees en luister naar het gesprek.	Welk woord heeft dezelfde betekenis?
Vertaal de zin.	Zet de zinnen op volgorde.	Vul de tabel aan.
het woord / de woorden	de betekenis	de volgorde
het gesprek	de vertaling	de eerste kolom
de tabel	het antwoord	de zin / de zinnen
aanvullen	aanvinken	de vraag
vertalen	kiezen	verbinden
juist	passen	luisteren
de woning	Lang niet gezien	fout
het werk	de school	de vakantie

das Wetter	die Liebe	die Ausbildung
die Eltern	der Cousin	das Hobby
Oh, du wohnst aber schön!	Ja, finde ich auch.	Wie war dein Urlaub?
Es geht so.	Erzähl ich dir später nochmal in Ruhe.	Wie geht's dir denn?
Ja, ganz gut.	Was macht dein Job?	Ich bin jetzt an der Hostelrezeption.
aber es ist auch echt witzig mit so jungen Leuten.	Toll.	Und was macht deine Ausbildung?
Ich habe die Ausbildung abgebrochen,	war nicht so mein Ding.	Warum? Nur weil es nicht so dein Ding war?
Es war halt so ein Bürojob und das hat mir nicht so gefallen.	Wie geht's denn deinen Eltern?	Die haben sich jetzt getrennt.
Schade.	Aber vielleicht ist das auch ganz gut so.	Dadurch habe ich wieder Kontakt zu Leo.
Wer ist Leo?	Mein Cousin, den habe ich über Facebook wiedergefunden.	Den kenne ich gar nicht.
Aber er hat auch hier geschlafen.	Der müsste gleich kommen.	Da ist er.

de opleiding	de liefde	het weer
de hobby	de neef	de ouders
Hoe was jouw vakantie?	Ja, vind ik ook.	Oh, jij woont mooi zeg!
Hoe gaat het dan met je?	Vertel ik je later nog eens rustig.	Het gaat wel.
Ik werk nu aan de hostelreceptie.	Hoe gaat het met je baan?	Ja, best wel goed.
En hoe gaat het met je opleiding?	Leuk.	maar het is ook grappig met zulke jongelui.
Waarom? Alleen omdat het niet zo jouw ding was?	was niet zo mijn ding.	Ik ben met de opleiding gestopt.
Zij zijn nu gescheiden.	Hoe gaat het met je ouders?	Het was zo'n kantoorbaan en dat beviel me niet zo goed.
Hierdoor heb ik weer contact met Leo.	Maar misschien is dat ook goed zo.	Jammer.
Ken ik helemaal niet.	Mijn neef. Die heb ik via Facebook weer gevonden.	Wie is Leo?
Daar is hij.	Hij kan elk moment hier zijn.	Maar hij heeft ook hier geslapen.

Guten Morgen.	Morgen!	Mann, hab ich einen Kater!
über die Familie	Ist deine Mutter schon ausgezogen?	Ja, die wohnt jetzt schon mit ihrem neuen Freund zusammen.
Ich vermute ja, dass deine Mutter ihren Freund schon länger hat.	Nee, das glaube ich nicht. Wirklich nicht.	Möglicherweise, aber so schätze ich Maras Mutter eigenlich nicht ein.
So ist sie nicht.	Aber eigentlich ist mir das auch mittlerweile egal.	Hauptsache, zu Hause ist ein bisschen Ruhe.
ausziehen	zusammen	vermuten
glauben	einschätzen	es ist mir egal
Ruhe haben	Mein Urlaub	Und, wie war eure Reise?
Der Urlaub war richtig schön.	Max und ich hatten auch sehr viel Spaß zusammen,	aber im Endeffekt war ich froh,
als ich wieder zu Hause war.	Echt?	Ja, er ist halt ein bisschen besserwisserisch
und wir sind auch immer sehr lange Strecken gefahren.	Und dann habt ihr euch bestimmt auch mal gestritten, oder?	Ja, ab und zu.
Nicht so schlimm, aber wir haben uns ein bisschen gestritten.	Ich war auf jeden Fall froh, als ich wieder zu Hause war.	Wir haben jetzt auch leider gar keinen Kontakt mehr, schade.

Man, heb ik een kater!	Morgen!	Goedemorgen.
Ja, die woont nu al met haar nieuwe vriend samen.	Is je moeder al verhuisd?	over de familie
Is mogelijk, maar zo schat ik Mara's moeder niet in.	Nee, dat geloof ik niet. Echt niet.	Ik vermoed dat je moeder haar vriend al langer heeft.
Hoofdzaak is een beetje rust thuis.	Maar eigenlijk maakt het me inmiddels niet ook niet uit.	Zo is ze niet.
vermoeden	samen	uittrekken
het maakt me niet uit	inschatten	geloven
En, hoe was jullie reis?	Mijn vakantie	rust hebben
maar ten slotte was ik blij,	Max en ik hadden ook veel lol samen,	De vakantie was echt leuk.
Ja, hij is een beetje betweterig	Echt waar?	toen ik weer thuis was.
Ja, af en toe.	En jullie hebben dan zeker ook een keer ruzie gehad, of niet?	en we hebben ook de hele tijd zulke lange afstanden gereden.
We hebben nu helaas ook helemaal geen contact meer,	In elk geval was ik blij toen ik weer thuis was.	Niet zo erg, maar we hebben een beetje ruzie gehad.

Wie wäre es, wenn wir mal zusammen in den Urlaub fahren?	Ja, das können wir machen.	Gute Idee.
Wie war eure Reise?	Wir hatten viel Spaß.	Ich war froh.
Er ist besserwisserich.	Wir sind lange Strecken gefahren.	Wir hatten ab und zu gestritten.
Das war nicht so schlimm.	Auf jeden Fall war es schade.	Wir haben jetzt keinen Kontakt mehr.
Meine Idee wäre schon.	Wir könnten zusammen in Urlaub fahren.	Das können wir machen.
Das ist eine gute Idee.	schon	jetzt
länger	wirklich	möglicherweise
eigentlich	mittlerweile	die Hauptsache
die Ruhe	streiten

Goed idee.	Ja, dat kunnen wij doen.	Wat zou je ervan vinden als wij eens samen op vakantie gaan?
Ik was blij.	We hadden veel lol.	Hoe was jullie reis?
We hadden af en toe ruzie.	We hebben lange afstanden gereden.	Hij is betweterig.
We hebben nu geen contact meer.	In elk geval was het jammer.	Dat was niet zo erg.
Dat kunnen we doen.	We zouden samen op vakantie kunnen gaan.	Mijn idee zou leuk zijn.
nu	al	Dat is een goed idee.
mogelijkerwijs, mogelijk	echt	langer
de hoofdzaak	inmiddels, ondertussen, intussen	eigenlijk
	ruziemaken	de rust