sich benehmen	Bock haben	die Clique
entweder … oder	faul	das Frühstück
kapieren	der Kummer	neulich
runter kommen	allemal	aufgrund
aussteigen	ersetzen	die Folge
folglich	das Klo	nachweislich
das Rad	Der Schaffner	die Sucht
sich täuschen	der Verzicht	wirtschaftlich
zuhören	die Abfahrt	beachten
die Fahrbahn	gestatten	der Hinweis
quer	das Schicksal	der Stau

de vriendengroep	zin hebben	zich gedragen
het ontbijt	lui	óf … óf
kort geleden	het verdriet	snappen
vanwege	zeker	naar beneden komen
het gevolg	vervangen	uitstappen
aantoonbaar	de wc	dus
de verslaving	de conducteur	de fiets
economisch	het afzien van	zich vergissen
letten op	het vertrek	luisteren
de aanwijzing	toestaan	de rijbaan
de file	het lot	dwars

der Unfall	zuständig	das Heer
die Jacke	kursieren	die Lage
die Marke	das Mitglied	rasieren
schade	der Schnee	der Schwarm
die Straßenbahn	verletzen	vorübergehend
die Werbung	zusätzlich	die Angst
sich bemühen um	falsch	das Fenster
frech	lustig	punkten
das Taschengeld	umziehen	weiblich
anderswo	der Austausch	bedrohen
gezielt	der Graben	gucken

het leger	verantwoordelijk	het ongeluk
de situatie	in omloop zijn	de jas
scheren	het lid	de postzegel
het liefje	de sneeuw	jammer
tijdelijk	verwonden	de tram
de vrees	extra	de reclame
het raam	fout	moeite doen voor
scoren	grappig	brutaal
vrouwelijk	verhuizen	het zakgeld
bedreigen	de uitwisseling	ergens anders
kijken	de sloot	gericht

die Mauer	rechtzeitig	seither
sensibel	die Stelle	die Tatsache
der Verlust	warnen	zunächst
allerdings	angebracht	sich äußern
die Begabung	die Entfernung	erläutern
erledigen	erstaunt	fürchten
der Gegner	physisch	die Sache
der Satz	sonst	verärgert

sindsdien	op tijd	de muur
het feit	de baan	gevoelig
eerst	waarschuwen	het verlies
zich uitspreken	passend	echter
toelichten	de afstand	het talent
vrezen	verbaasd	afhandelen
de kwestie	lichamelijk	de tegenstander
geïrriteerd	anders	de zin