einladen	Geburtstag haben	sich freuen auf
gratulieren zu	anrufen	eine Geburtstagskarte
schicken	herzlichen Glückwunsch	das Geschenk / -e
zum Beispiel (z.B.)	zum Geburtstag	bekommen
zeigen	zu Besuch kommen	die Familie / -n
die Verwandten	der Vater / ”	die Mutter / ”
die Eltern	der Sohn / ”-e	die Tochter / ”
der Bruder / ”	die Schwester / -n	die Geschwister
der Onkel /	die Tante / -n	der Opa / -s

zich verheugen op	jarig zijn	uitnodigen
een verjaardagskaart	opbellen	feliciteren met
het cadeau	hartelijk gefeliciteerd	sturen
verjaardag krijgen	voor (mijn, jouw)	bijvoorbeeld
het gezin	op bezoek komen	laten zien
de moeder	de vader	de familieleden
de dochter	de zoon	de ouders
de broers en zussen	de zus	de broer
de opa	de tante	de oom

die Oma / -s	die Großeltern	das Kind / -er
der Enkel /	die Enkelin / -nen	der Cousin / -s
die Cousine / -n	der Neffe / -n	die Nichte / -n
der Schwager / ”	die Schwägerin / -nen

het kind	de grootouders	de oma
de neef (zoon van oom/tante)	de kleindochter	de kleinzoon
de nicht (dochter van broer / zus)	de neef (zoon van broer / zus)	de nicht (dochter van oom/tante)
	de schoonzus	de zwager