das Theaterstück	die Aufführung	die Bühne
die Ausstellung	die Vorspeise	das Hauptgericht
die Nachspeise	der Kellner	die Kellnerin
das Trinkgeld	spannend	witzig
schön	süß	blöd
kindisch	komisch	(un)realistisch
romantisch	Ich möchte	Ich finde … doof.
Das fi nde ich auch.	Nein, absolut nicht.	Das glaube ich schon (nicht).
Das weiß ich nicht.	Damit bin ich (nicht)	einverstanden.
Das stimmt nicht.	Da bin ich mir nicht	sicher.

het toneel	de uitvoering	het toneelstuk
het hoofdgerecht	het voorgerecht	de tentoonstelling
de serveerster	de ober	het nagerecht
grappig	spannend	de fooi
stom	lief, zoet	mooi
(on)realistisch	merkwaardig, raar	kinderachtig
Ik wil graag	romantisch	(on)werkelijk
Nee, absoluut niet.	Dat vind ik ook.	Ik vind … stom.
Daarmee ben ik het	Dat weet ik niet.	Dat denk ik wel (niet).
Dat weet ik niet zeker.	Dat klopt niet.	(niet) eens.