zu Hause sein	nach Hause kommen	stehen
hängen	liegen	sitzen
umziehen	einrichten	mieten
staubsaugen	ruhig	laut
leise	belebt	hässlich
weit	dort	(nicht) viel los
in der Nähe	auf dem Land	junge / alte Leute
das Haus	die Häuser	die Wohnung
die Wohnungen	das Bauernhaus	das Doppelhaus
das freistehende Haus	die Etagenwohnung	das Gebäude
die Gebäude	das Dorf	die Dörfer

staan	thuis komen	thuis zijn
zitten	liggen	hangen
huren	inrichten	verhuizen
luid / hard (geluid)	rustig	stofzuigen
lelijk	druk / levendig	zacht (geluid)
(niet) veel te beleven	daar	ver
jonge / oude mensen	op het platteland	vlakbij / in de buurt
de woning	de huizen	het huis
de 2-onder-1-kap-woning	de boerderij	de woningen
het gebouw	de flat / het appartement	het vrijstaande huis
de dorpen	het dorp	de gebouwen

die Stadt	die Städte	die Großstadt
der Wohnort	das Gelände	die Straße
die Straßen	die Nachbarn	das Zentrum
die Innenstadt	der Park	die Parks
die Umgebung	die Gegend	die Möglichkeit
die Möglichkeiten	der Lärm	der Fluss
die Flüsse	der See	das Meer / die See
die Insel	die Inseln	der Berg
die Berge	der Wald	die Wälder
die Wiese	die Wiesen

de grote stad	de steden	de stad
de straat	het terrein	de woonplaats
het centrum	de buren	de straten
de parken	het park	de binnenstad
de mogelijkheid	de streek	de omgeving
de rivier	het lawaai	de mogelijkheden
de zee	het meer	de rivieren
de berg	de eilanden	het eiland
de bossen	het bos	de bergen
	de weilanden	het weiland