Guten Appetit!	Gleichfalls!	etwas
nichts	frisch	gesund
schlecht	kalt	warm
kein	noch	süß
wenig	mehr	viel
wichtig	ich möchte	bestellen / ich bestelle
bezahlen / ich bezahle	probieren / ich probiere	der Apfelsaft
der Blumenkohl	die Bohne	die Bohnen
der Essig	der Fisch	die Fische
das fleisch	die Frucht	die Früchte

iets	Insgelijks!	Eet smakelijk!
gezond	vers	niets
warm	koud	slecht
zoet	nog	geen
veel	meer	weinig
bestellen / ik bestel	ik zou graag willen	belangrijk
de appelsap	proberen / proeven / ik probeer / proef	betalen / ik betaal
de bonen	de boon	de bloemkool
de vissen	de vis	de azijn
de vruchten	de vrucht	het vlees

das Getränk	die Getränke	das Gemüse
die Gurke	die Gurken	die Möhre / die Karotte
die Möhren / die Karotten	die Nudeln (meervoud)	das Obst
das Öl	der Pilz	die Pilze
die Pommes (meervoud)	das Restaurant	die Restaurants
der Reis	der Rosenkohl	die Tomate
die Tomaten	der Salat	die Süßigkeiten
die Suppe	das Wasser	die Zitrone
die Zitronen	die Zwiebel	die Zwiebeln

de groente	de drankjes	het drankje
de wortel	de komkommers	de komkommer
het fruit	de pasta	de wortels
de paddenstoelen	de paddenstoel	de olie
de restaurants	het restaurant	de patat
de tomaat	de spruitjes	de rijst
de snoepjes	de sla / de salade	de tomaten
de citroen	het water	de soep
de uien	de ui	de citroenen