| aardbeving | aardkern | aardkorst |
| aardmantel | aardplaten (schollen) / schollen (aardplaten) | breuklijn |
| continentale korst | convergente breuk | cultuurlandschap |
| divergente breuk | erosie | geiser |
| grondsoort | Hoog-Nederland | hoogtelijnen |
| hotspotvulkaan | ijstijd | isolijnen |
| kegel | krater | Laag-Nederland |
| De buitenste, vaste laag van de aarde. | Binnenste van de aarde, bestaande uit vast ijzer met daaromheen vloeibaar ijzer. | Trilling van de aardkorst door verschuiving van aardplaten. |
| Grens tussen twee aardplaten. | Losse delen van de aardkorst die langzaam bewegen op de aardmantel. | Laag van heet gesteente tussen de aardkorst en de aardkern. |
| Landschap dat vooral door mensen is gemaakt. | Grens tussen twee aardplaten die naar elkaar toe bewegen. | Lichte, dikke aardkorst die meestal onder land ligt. |
| Heetwaterbron die met enige regelmaat water hoog de lucht in spuit. | Het afschuren van gesteente door verweringsmateriaal in stromend water, bewegend ijs of de wind. | Grens tussen twee aardplaten die uit elkaar bewegen. |
| Lijnen die punten van gelijke hoogte verbinden. | Deel van Nederland dat boven NAP ligt (zuiden en oosten). | Het materiaal waaruit de ondergrond bestaat. |
| Lijnen die punten met een gelijke waarde verbinden. | Lange periode in het verleden waarin de temperatuur op aarde een stuk lager was dan nu. | Vulkaan die is ontstaan doordat magma op een extra hete plek in de aardmantel door de aardkorst breekt. |
| Deel van Nederland dat onder NAP ligt (westen en noorden). | Opening boven in de kegel van een vulkaan. | Berg van gestolde lava, modder en steen. |
| landschap | lava | löss |
| magma | magmakamer | mid-oceanische rug |
| Normaal Amsterdams Peil (NAP) | oceanische korst | reliëf |
| schildvulkaan | sediment | sedimentatie |
| stratovulkaan | stuwwal | subductie |
| transforme breuk | trog | veen |
| verwering | verweringsmateriaal | vulkaan |
| Heel fijn zand dat afgezet is door de wind. | Heet gesteente (magma) dat aan het aardoppervlak komt. | Het zichtbare deel van het aardoppervlak. |
| Een gebergte op een divergente breuk in de oceaan. | Grote ruimte diep in de aardkorst vol met magma. | Gesmolten steen in de aardmantel. |
| Verschil in hoogte in het landschap. | Zware, dunne, vaste aardkorst die meestal onder de oceaan ligt. | De gemiddelde hoogte van de zeespiegel. |
| Proces waarbij materiaal door een gletsjer, een rivier of door de wind ergens wordt achtergelaten. | Materiaal dat door een gletsjer, een rivier of door de wind ergens wordt achtergelaten. | Vulkaan met een flauwe helling waar dunne lava uitstroomt. |
| Het duiken van zware oceanische korst onder lichtere continentale korst. | Door een gletsjer opgeduwde heuvel. | Explosieve vulkaan met een steile helling en taaie lava. |
| Grondsoort die bestaat uit plantenresten. | Extreem diepe strook in zee die is ontstaan bij subductie. | Breuk tussen twee aardplaten die langs elkaar schuiven. |
| Berg die is opgebouwd uit materiaal dat uit het binnenste van de aarde is uitgeworpen of uitgevloeid. | Materiaal dat door afbraak is ontstaan. | Het afbreken van gesteente door temperatuurverschillen, water en plantenwortels. |