Frans : Nederlands fatiguant = vermoeiend frais = vers un truc = een ding emporter = meenemen approcher = naderen, dichterbij komen donc = dus l’avis = de mening accueillir = ontvangen rarement = zelden autoriser = toestaan plaire = leuk vinden prévenir = waarschuwen près de la plage = bij het strand l’accès = de toegang ainsi que = evenals louer = (ver)huren la piscine = het zwembad changer = overstappen compliqué = ingewikkeld chercher = ophalen, afhalen l’étranger = het buitenland se dépêcher = zich haasten attraper = halen (bus, trein) la valise = de koffer Ne t’inquiète pas ! = Maak je niet ongerust! se débrouiller = zich redden l’hébergement = het (vakantie)verblijf voyager léger = reizen met weinig bagage