Frans : Nederlands originaire de = afkomstig uit l’enfance = de kindertijd l’autre bout de = de andere kant van excitant = opwindend un conteur = een verhalenverteller c’est pour ça = daarom il manque = er ontbreekt il manque quelque chose = er ontbreekt iets chaleureux = hartelijk allumer = aanzetten draguer = versieren l’atterrissage = de landing le lac = het meer s’habituer à = wennen aan un emploi = een baan l’entreprise = de onderneming la randonnée = de trektocht l’aire de jeux = het spelcircuit l’élection = de verkiezing accès libre = vrije toegang si jamais = als ooit le changement = de verandering le décalage horaire = het tijdsverschil la correspondance = de aansluiting un mineur = een minderjarige le poids = het gewicht agréable = aangenaam atterrir = landen la sécurité = de veiligheid prêter = lenen enlever = uitdoen un bracelet = een armband