une entrée	un plat chaud	un dessert
on se met où	ne jamais / ne … jamais	ne plus / ne … plus
avoir soif	avoir faim	bon / délicieux
je voudrais / j'aimerais	réserver / retenir	il n'y a plus de
je suis désolé / je regrette	ouvert	il n'y a personne
manger au restaurant / dîner en ville / déjeuner en ville	la carte / la carte du menu	les jeunes gens / les jeunes
tout de suite / immédiatement	un tournedos / un filet de boeuf	une recette
il te faut / tu as besoin de	une cuillère	allumer
mélanger	pendant / durant	le chou-fleur

een nagerecht	een warme maaltijd	een voorgerecht
niet meer	nooit	waar gaan we zitten
lekker / heerlijk	honger hebben	dorst hebben
er zijn geen meer	reserveren	ik zou graag willen
er is niemand	open	het spijt me
de jongelui	de menukaart	uit eten gaan
een recept	een ossenhaas	onmiddellijk
aansteken	een lepel	je hebt nodig
de bloemkool	gedurende	mengen

servir	le poireau	le poivron rouge
l'endive	l'assiette	le verre
la fourchette	le couteau	on est pressé
c'est délicieux / c'est bon	l'addition

de rode paprika	de prei	opdienen / bedienen
het glas	het bord	het witlof
we hebben haast	het mes	de vork
	de rekening	het is heerlijk / het is lekker