sûr de soi
sûre de soi
la répétition
la coiffure
la terminaison
déduire
final
finale
auparavant
précéder
de herhaling
zelfverzekerd
zelfverzekerd
afleiden
de uitgang (van een woord)
het kapsel
eerst / daarvoor
eind-
eind-
iets voorafgaan