Engels : Nederlands shaved = geschoren doctor = dokter nurse = verpleegkundige hair = haar body = lichaam arm = arm ear = oor eye = oog foot = voet hand = hand face = gezicht leg = been mouth = mond nose = neus curly = gekruld grey = grijs short = kort blonde = blond red = rood long / tall = lang brown = bruin wavy = golvend straight = steil black = zwart green = groen smile = glimlach glasses = bril moustache = snor beard = baard earring = oorbel good-looking = mooi (to) wear = dragen surprise = verrassing (to) touch = aanraken to put [your] hands together = [je] handen vouwen to stick out [your] tongue = [je] tong uitsteken to bow [your] head = [je] hoofd buigen to [kiss sb's cheek] = iemand op de wang kussen piece of silk = lap zijde to [rub noses] = neuzen tegen elkaar wrijven