Engels : Nederlands
caring = zorgzaam
friendly = vriendelijk
boring = saai
serious = serieus
cheerful = vrolijk
funny = grappig
intelligent = intelligent
cool = cool
confident = zelfverzekerd
easy-going = makkelijk in de omgang
popular = populair
famous = beroemd
brave = dapper
charming = charmant
laid-back = relaxed
creative = creatief
talented = getalenteerd
active = actief
positive = positief
just = net
already = al
yet = nog
to sign a contract = een contract tekenen
to sign an autograph = een handtekening zetten
to write a novel = een roman schrijven
to write a song = een liedje schrijven
to do a degree = studeren
to do an interview = een interview afnemen/een interview geven
to win a prize = een prijs winnen
to win a competition = een wedstrijd winnen
to make friends = vriendschappen sluiten/vrienden maken
to make a cake = een taart maken
to miss your family = je familie missen
to miss the bus = de bus missen
dangerous = gevaarlijk
original = origineel
scared = bang
to admire = bewonderen
to organise = organiseren
to decorate = versieren
round of applause = een applaus
hero = held
genius = genie
poem = gedicht